Dat is bij andere ziekten ook zo. Als je verkouden bent, heb je een snotneus en moet je hoesten. Maar als je buikgriep hebt moet je spugen en heb je diarree. Bij elke stofwisselingsziekte krijg je last van verschillende dingen. Van sommige stofwisselingsziekten ben je heel erg moe en kan je niet goed bewegen. Dan moet je misschien een rolstoel gebruiken. Bij andere stofwisselingsziekten moet je naar een speciale school, omdat je niet zo goed kan nadenken, maar kun je wel gewoon lopen. Soms ben je wel ziek maar voel je je niet ziek. En soms lijk je gezond maar moet je toch heel vaak naar het ziekenhuis. Het hangt er een beetje vanaf welke ziekte je hebt.

Van de ene stofwisselingsziekte ben je dus zieker dan van de andere. Dat hangt ervan af wat de klusjesmannen zouden moeten doen in de cel. In een huis zonder dak kun je niet wonen. Alles wordt nat als het regent. In een huis zonder behang wel. Het is alleen wat kaal. Behang is dus minder belangrijk dan het dak. Zo werkt het ook bij stofwisselingsziekten. Soms gaat het bij mensen die dezelfde ziekte hebben, toch heel anders. Misschien zijn er dan net een paar klusjesmannen over die dan toch een dak maken, waardoor het niet lekt. Je kunt het erger hebben en minder erg. Al ziek worden als baby, of pas later. Maar als je een stofwisselingsziekte hebt, gaat het niet meer over, omdat het erfelijk is en het bouwplan die verschrijving houdt...

Hier kun je dit allemaal nog eens nalezen. Klik op het plaatje voor een groter bestand.

Ga naar de volgende pagina