blogsAcceptatie 2.0
Mijn naam is Laura Laella Kers (1994) en ik ben een van de vier kinderen die mijn prachtige ouders hebben. Mijn ouders zijn beide dragers van de stofwisselingsziekte MCADD. Waar mijn broer en zussen nergens last van hebben ben ik ‘de gelukkige’ die deze ziekte wel heeft. Zou ik anders willen? Denk het niet. Het heeft mij gemaakt tot wie ik ben en tot hoe sterk ik ben.
Het heeft even geduurd voordat ik deze blog op papier had. Het goed onder woorden brengen was dit keer het punt. Het onderwerp is namelijk voorbijgekomen in mijn grijze brein, maar was ook snel weer weg. Het duurde even voordat ik het juiste vakje in het hersenstelsel gevonden had waar het onderwerp zich in had verstopt. Er heeft namelijk een interessante ontwikkeling in dat gebied plaatsgevonden.
Namelijk: acceptatie. Acceptatie van mijzelf als persoon met een stofwisselingsziekte. Acceptatie in de vorm van het prima vinden dat ik een uniek individu ben en het zelfs leuk vind! Dit vond ik overigens al wel, alleen het accepteren was ver te zoeken.
Goed, beter, best
Alleen het geen wat ik bewonderingswaardig moeilijk vind is hetgeen waar ik tegenaan loop: blij zijn met wat je hebt, wat je kan. Ik merk dat het bij mij nooit goed is. Het moet altijd meer zijn, het moet altijd beter, nieuwer, exclusiever. En ergens kan dit een goede eigenschap zijn, streven naar perfectie. Maar de kuil kan ook diep zijn, ongelofelijk diep.De afgelopen maanden heb ik mij namelijk helemaal niet gelukkig gevoeld. Maanden? Het afgelopen jaar. Tuurlijk waren er ook hele mooie en waardevolle momenten bij, maar of ik echt daadwerkelijk kon zeggen dat ik gelukkig was? Nee, dat was ik niet. En dat heeft allemaal te maken met dat ene stukje acceptatie. Accepteren wie ik ben, wat ik heb, maar vooral wat ik kan en wat mijn kwaliteiten zijn.
Het gevecht om perfect te zijn.Het gevecht om beter te kunnen.Het gevecht met jezelf omdat ik bijv. niet het vermogen heb om een universitaire opleiding te kunnen doen. Want tja ik heb ‘maar’ een MBO diploma.
En ja dat is een ding in mijn hoofd. En ja ik word daar gek van. Al heel mijn leven om verschillende redenen: veel familieleden hebben die universitair opgeleid zijn. Een opmerking van mijn juffrouw op de basisschool na het zien van mijn cito score: ‘dit valt mij een beetje tegen: ik dacht dat jij wel je zus en broer achterna zou gaan. Wat ga je nu doen?’
Maar: ik begin dit te accepteren.
Wijze woorden van mijn lieve aanstaande: hoe meer jij in je mars hebt, hoe meer jij moet presteren, hoe perfecter jij wilt worden, hoe meer jij op je tenen gaat lopen.
En mensen, met deze wijze woorden heeft Bas mij een stuk uit die kuil getrokken. Het afgelopen jaar heb ik namelijk te veel van mijzelf gevraagd. Je zou zeggen dat dit weinig tot niets oplevert, maar het tegendeel. Het heeft namelijk geleid tot plenty of leermomenten maar ook hele fijne en mooie gesprekken met Bas, mijn ouders en met mijn tantes. En vooral ook met mijzelf. Ik kijk mijzelf nu recht in de ogen aan en ik heb een start weten te maken om tegen mijzelf te zeggen dat ik mooi, leuk en slim ben. Dat het okay is dat ik doe van wat ik doe en dat dit niet meer hoeft. Ik heb namelijk een heleboel andere mooie kwaliteiten waarvan schrijven daar een van is.