Sjögren-Larsson (Fatty aldehyde dehydrogenase)Symptomen
Kinderen met het Sjögren-Larsson syndroom worden bijna altijd enkele weken te vroeg geboren. Het syndroom van Sjögren-Larsson wordt in het begin vooral gekenmerkt door een huidaandoening met “schubvorming” en schilfering. De huid jeukt. Daarnaast blijken patiënten later ook een milde tot matige verstandelijke beperking te hebben en hebben zij last van spasticiteit. De spasticiteit geeft vooral problemen met het lopen en daarom hebben veel kinderen een rolstoel. De armen zijn meestal veel minder erg aangedaan. Het spreken en de taalontwikkeling zijn bij de meeste kinderen ook bemoeilijkt, door een combinatie van beperkte geestelijke mogelijkheden en spasticiteit in het mond- / keelgebied. De meeste mensen met het Sjögren-Larsson syndroom hebben geen klachten over de ogen, maar bij onderzoek door de oogarts worden wel bij alle kinderen afwijkingen van de ogen gevonden. Er is sprake van fotofobie (lichtschuwheid) waardoor kinderen graag een zonnebril dragen bijvoorbeeld. Verder zijn er kristalletjes zichtbaar in het netvlies, en wordt het netvlies in de loop der jaren ook dunner. De symptomen komen allemaal in de eerste twee levensjaren aan het licht. Op de MRI-scan van de hersenen worden, zeker als die gecombineerd wordt met een zogenaamde spectroscopie, afwijkingen gezien die zeer suggestief kunnen zijn voor de diagnose.