ALD (Adrenoleukodystrofie)Diagnose
De diagnose ALD wordt heel waarschijnlijk als de hoeveelheid ZLKV in het bloed is verhoogd en als de verhouding tussen twee soorten vetten, C26:0 en C22:0, afwijkend is.
Bij mannelijke patiënten is het meten van het ZLKV-gehalte genoeg om een diagnose te stellen. Bij vrouwen is de diagnose 'dragerschap' moeilijker te stellen. Onderzoek heeft laten zien dat zo’n 20% van de vrouwen met ALD geen verhoogd ZLKV-gehalte in plasma heeft. Tegenwoordig, met de introductie van de screening van pasgeborenen op ALD, wordt er door meer laboratoria gekeken naar de concentratie C26:0-lysoPC in bloedspots. Deze test is veel gevoeliger in zowel mannen als vrouwen. De meest betrouwbare methode waarmee de diagnose kan worden gesteld, is DNA-onderzoek.
ALD is een erfelijke aandoening. Dat betekent dat ook broertjes en andere familieleden van de patiënt ALD kunnen hebben. En zussen en dochters van de moeder drager kunnen zijn. Zij worden getest om te kijken of zij hetzelfde genetische defect hebben. Het ziekteverloop bij de ene persoon heeft geen voorspellende waarde voor het ziekteverloop van familieleden met dezelfde mutatie op het ALD-gen.